Gebruik medicatie op een correcte manier

  • Volg de instructies van je arts en apotheker en lees de bijsluiter.

  • Let op de vervaldatum van geneesmiddelen. Gebruik geen vervallen geneesmiddelen.

  • Gebruik de voorgeschreven dosis, neem niet meer of minder op eigen houtje.

  • Volg het voorgeschreven tijdstip van inname.

  • Kijk na of je het geneesmiddel nuchter of bij het eten moet innemen.

  • Drink bij de medicatie alleen water. Niet alle geneesmiddelen werken even goed als je er andere dranken bij drinkt zoals melk, frisdrank of fruitsap.

  • Zit rechtop wanneer je geneesmiddelen slikt. Zo voorkom je irritatie aan de slokdarm.

  • Plet of breek pillen niet zomaar. Dit kan de werking veranderen of de maag irriteren. Vraag dit na bij je apotheker.

  • Bewaar je geneesmiddelen op een droge, donkere plaats, en dus niet in een vochtige, warme badkamer.

Gebruik hulpmiddeltjes

  • Pilbox: dit is een doosje waarin je per dag en per tijdstip de juiste pilletjes klaarlegt. In sommige pillendoosjes zit zelfs een wekker die je waarschuwt wanneer het tijd is om je geneesmiddel te nemen.

  • Gebruik een pillensplijter in plaats van een mes, schaar of je hand. Met een pillensplijter kun je de dosis beter bepalen. Een pillensplijter kun je goedkoop aankopen bij je apotheker.

Maak een lijstje van geneesmiddelen en voedingssupplementen

  • Noteer de naam van elk geneesmiddel en voedingssupplement dat je neemt.

  • Bewaar dit lijstje in je portefeuille.

  • Noteer de dosis (meestal in gram of milligram).

  • Noteer het tijdstip van inname en of dit nuchter of voor, tijdens of na het eten is.

  • Vermeld ook de producten die je zonder voorschrift aangekocht hebt: planten- of kruidenmiddeltjes, voedingssupplementen, oogdruppels, zalven, pijnstillers, pleisters, vitaminen…

  • Ooit bijwerkingen gehad? Noteer deze zeker.

  • Ooit last gehad van allergie voor een geneesmiddel of een andere stof? Schrijf dit op.

  • Breng dit lijstje en de volledige verpakkingen van je geneesmiddelen mee naar een raadpleging bij je huisarts of een opname in het ziekenhuis.

Gebruik nooit zomaar medicatie van iemand anders

  • Leen nooit medicijnen van familie of vrienden zonder het akkoord van je dokter. Een geneesmiddel kan misschien goed werken bij iemand anders, maar kan nadelig zijn voor jou.

Vermijd alcohol bij geneesmiddelen

  • Alcohol drinken als je medicijnen neemt, is niet zonder risico. Drink beter geen alcohol als je geneesmiddelen neemt. Raadpleeg je arts of apotheker of de bijsluiter voor de mogelijke effecten van alcohol in combinatie met het geneesmiddel.

Vraag in het ziekenhuis welke medicijnen je mag blijven gebruiken

  • Sommige voedingssupplementen of plantaardige geneesmiddelen (sint-janskruid, ginkgo biloba, lookpillen, munt, valeriaan...) kunnen een negatief effect hebben op de geneesmiddelen die je in het ziekenhuis krijgt. Gebruik daarom nooit zomaar je thuismedicatie verder in het ziekenhuis.

Nieuwe medicatie? Vraag uitleg aan je arts of apotheker

Stel je arts zeker de volgende vragen:

  • Wat is het?

  • Waarvoor dient het?

  • Waarop moet ik letten?

  • Vormt de nieuwe medicatie geen probleem in combinatie met m’n andere medicijnen?

  • Zijn er bijwerkingen waar ik alert voor moet zijn? Wat moet ik doen als ik bijwerkingen ervaar?

  • Moet ik de geneesmiddelen combineren met aangepaste voeding?

Stop niet op eigen initiatief met je medicatie

  • Als je klachten hebt, bespreek die met je arts of apotheker.

  • Bepaalde geneesmiddelen mag je niet plots stopzetten, maar moet je geleidelijk afbouwen.

  • Vraag na wat je moet doen als je een dosis vergeten bent.

  • Verminder en vermeerder nooit op eigen houtje de dosis.

Sommige geneesmiddelen verhogen de kans op vallen

  • Van bloeddrukverlagers kun je duizelig zijn, van slaapmedicatie kunt je je suf voelen.

  • Vraag je arts of apotheker om te controleren of je geneesmiddelen neemt die het risico op vallen vergroten. Als je zo’n geneesmiddel inneemt, kom dan langzaam uit bed en blijf even rechtop zitten op de rand van je bed voordat je gaat rechtstaan.

Kies een vaste huisapotheker

  • Bij een vaste apotheker kunt je vragen naar een overzicht van al je medicatie. Da’s handig, want niet alle geneesmiddelen zijn goed combineerbaar. Je huisarts en huisapotheker kunnen dit voor jou controleren als ze op de hoogte zijn van alle geneesmiddelen die je gebruikt. Breng daarom bij elke raadpleging zo’n overzicht mee. Bij problemen kan de huisarts op die manier snel ingrijpen.

  • Vraag naar de thuismedicatiezak bij je apotheker, met een invulschema voor de geneesmiddelen die je inneemt.

  • Meld bijwerkingen en allergieën aan je huisarts en huisapotheker.