Het laboratorium voor pathologie (ziekteleer) of voor anatomische pathologie onderzoekt cel- en weefselmateriaal van een patiënt om vast te stellen over welke aandoening het gaat. Het onderzoek gebeurt vooral onder de microscoop.

Het werkdomein van de anatoompatholoog omvat het volledige menselijke lichaam; van kop tot teen. Soms zijn dit kleine stukjes weefsel (biopten), lichaamsvocht of uitstrijkjes (bijvoorbeeld baarmoederhalsuitstrijkjes). Maar ook weefsels die tijdens een operatie verwijderd worden, gaan naar het laboratorium voor pathologie voor verder onderzoek. Aan de hand van dit onderzoek wordt beslist wat er precies aan de hand is. Gaat het om een goedaardige aandoening (bijvoorbeeld een ontsteking) of een kwaadaardige aandoening (kanker)? De resultaten van het pathologisch onderzoek worden gebruikt om de best mogelijke behandeling voor een patiënt uit te stippelen.

AZ Delta biedt een ruim gamma onderzoeken waarbij steeds de nieuwste inzichten en ontwikkelingen gevolgd worden. Ook hebben de pathologen van AZ Delta zich verder gespecialiseerd in de verschillende deeldomeinen van de pathologie.

Moleculair onderzoek waaronder HPV-detectie, diverse in situ hybridisatieonderzoeken en mutatieanalyse door middel van Next Generation Sequencing (NGS) gebeuren in samenwerking met de dienst laboratoriumgeneeskunde.

Onderzoeken in het lab pathologie gebeuren zowel op vraag van artsen-specialisten als van huisartsen. Het kan gaan over patiënten die opgenomen zijn in het ziekenhuis maar ook over patiënten die naar de raadpleging komen of voor een onderzoek.

Veelvoorkomende onderzoeken

  • weefsel van orgaan (long, borst, darm, baarmoeder, blaas, prostaat, huid…) om aanwezigheid van kanker en het type kanker vast te stellen

  • darmweefsel bij ontsteking van de darm (colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn)

  • baarmoederhalsuitstrijkje om te screenen op voorlopers van baarmoederhalskanker

Vriescoupes

Vriescoupes zijn een bijzondere vorm van pathologisch onderzoek. Ze worden tijdens een operatie genomen. De patiënt is onder verdoving en om de ingreep op de beste manier voort te kunnen zetten heeft de chirurg een directe, voorlopige diagnose nodig.

Het weefsel wordt vanuit de operatiezaal naar het laboratorium voor pathologie gebracht. Daar wordt het bevroren, vandaar de naam vriescoupe, waarna het onderzocht kan worden. De patholoog geeft zijn bevindingen meteen door aan de chirurg, die vervolgens verder kan. Het gaat vaak om operaties voor kanker, met als vraag of de tumor volledig verwijderd is of om te beoordelen of er uitzaaiingen zijn.

Contact secretariaat

051 23 77 32

pathlabo@azdelta.be

De belangrijkste documenten vind je op de WebShare van Pathologie.

Laatst aangepast: 11 juli 2024