De blaas ligt onderaan in je buikholte, achter het schaambeen. Het orgaan vangt de urine op, afkomstig van de nieren. Via de plasbuis wordt de urine vervolgens uit de blaas geloosd.
Symptomen
De meestvoorkomende klachten door blaaskanker zijn:
bloed of bloedklonters in de urine bij het plassen, vaak pijnloos
vaker moeten plassen
pijn ter hoogte van de nieren door het blokkeren van de afvloei van de urine van de nieren naar de blaas
Soms wordt blaaskanker toevallig ontdekt op een echografie of scan voor een andere aanleiding.
Oorzaken
Er is niet één precieze oorzaak van blaaskanker bekend. Wel zijn er een aantal risicofactoren die de kans op de ziekte vergroten:
roken
Roken is verantwoordelijk voor 50 procent van de blaaskankers, het risico verviervoudigt door langdurig roken.
langdurige blootstelling aan bepaalde stoffen door de uitoefening van een beroep
Bijvoorbeeld in fabrieken die verf, textiel, kleurstoffen voor textiel, rubber, plastic materialen enzovoort maken of bewerken
familiale aanleg
leeftijd
Blaaskanker komt vaker voor op oudere leeftijd.
eerdere bestraling
Ter hoogte van de blaasstreek voor bijvoorbeeld prostaat-, baarmoederhals- of darmkanker
genetisch
Bijvoorbeeld het syndroom van Lynch (ook hogere kans op darmkanker)
Onderzoeken
Bloedonderzoek
De nierfunctie wordt bepaald en er wordt gekeken of er bloedarmoede aanwezig is.
Urineonderzoek
Onderzoek van een urinestaal op de aanwezigheid van rode bloedcellen en/of kankercellen.
Cystoscopie
Onderzoek waarbij de uroloog een fijne, flexibele camera inbrengt via de plasbuis tot in de blaas om blaaskanker op te sporen.
Beeldvorming
CT-scan van de bui Om te beoordelen hoe het gezwel er ter hoogte van de blaas uitziet, of er stuwing aanwezig is op de nieren en of er uitzaaiingen naar andere organen of lymfeklieren zijn.
CT-scan van de longen Wanneer de blaastumor tot in de spierlaag van de blaaswand is ingegroeid, zal ook een scan van de longen worden genomen om te kijken of er uitzaaiingen zijn.
MRI-scan van de blaas Hiermee kan in detail bekeken worden waar en hoe diep het gezwel zich bevindt voor een betere planning van de operatie.
Behandelingen
Operatie
Wegname via de plasbuis van het in de blaas (TURB) Via de plasbuis wordt een buisje met camera tot in de blaas ingebracht, waarna het gezwel van de wand van de blaas afgeschraapt worden met een elektrisch mesje. Hiermee stellen we een precieze diagnose van het soort gezwel en van de diepte van de ingroei in de wand. Bij de oppervlakkige tumoren is dit ook de behandeling.
Verwijdering van de blaas Soms moet de blaas volledig verwijderd worden. Bij mannen wordt ook de prostaat mee verwijderd, bij vrouwen (soms) de baarmoeder, eierstokken en een deel van de vagina. Afhankelijk van de leeftijd en de fitheid van de patiënt wordt gekozen voor een urinestoma of voor een nieuwe uit darm gevormde blaas. Deze operaties kunnen volledig met de operatierobot gebeuren. Door het ingrijpende karakter van dergelijke ingreep worden mensen strikt begeleid door een multidisciplinair team van specialisten, verpleegkundigen en paramedici.
Blaasspoeling
Bij oppervlakkige blaastumoren kan een product in de blaas ingebracht worden via een sonde om het ontstaan van nieuwe poliepen en/of het dieper ingroeien in de wand van de blaas, te verhinderen. Dit kan met behulp van medicatie afgeleid van tuberculosebacteriën die een antitumorale werking hebben op blaaskanker. Een andere manier is chemotherapie die enkel lokaal in de blaas wordt ingebracht.
Chemotherapie
Om een gezwel te verkleinen voorafgaand aan het verwijderen van de blaas, wordt aan sommige patiënten chemotherapie via een ader toegediend. Ook bij mensen die uitzaaiingen hebben en niet meer in aanmerking komen voor een operatie wordt dit voorgesteld.
Immunotherapie
Immunotherapie is een verzamelnaam voor behandelingen die je afweersysteem aanmoedigen om de kanker aan te vallen. De therapie richt zich dus niet rechtstreeks op de kankercellen, maar stimuleert je eigen immuunsysteem om kankercellen op te ruimen.
Radiotherapie
Uitwendige bestraling – soms in combinatie met chemotherapie – gebeurt bij mensen die niet (meer) in aanmerking komen voor het wegnemen van de blaas ten gevolge van hun gezondheidstoestand of de uitgebreidheid van het gezwel.
De behandeling wordt door de uroloog steeds in een multidisciplinair overleg besproken met collega’s van de diensten oncologie, radiotherapie en radiologie.
Gespecialiseerde artsen
Urologie
Oncologie