Bij gezonde mensen regelt het lichaam de bloedsuiker, met het hormoon insuline dat in je alvleesklier (pancreas) wordt aangemaakt. Insuline zorgt ervoor dat suiker vanuit je bloed wordt opgenomen in je cellen.
Er zijn verschillende vormen van diabetes. De twee meest voorkomende zijn type 1 en type 2.
Diabetes type 1
Het lichaam van mensen met diabetes type 1 maakt zelf geen of te weinig insuline aan. Type 1 komt ook voor bij jongeren en volwassenen jonger dan 40 jaar. Het is een auto-immuunziekte, de oorzaak ervan is onbekend. Het begint vaak abrupt met veel symptomen.
Diabetes type 2
Bij diabetes type 2 reageert je lichaam niet meer goed op insuline. Type 2 komt meestal voor bij mensen ouder dan 40 en heeft vaak te maken met zwaarlijvigheid en een ongezonde levensstijl (te weinig bewegen, roken…). Ook je leeftijd en erfelijke aanleg spelen een rol. Hier zijn er vaak weinig symptomen of worden de klachten steeds ernstiger. Heel veel type 2 diabetespatiënten weten ook niet dat ze deze ziekte hebben.
Symptomen
Veel dorst
Vaak plassen
Vermageren
Gevoel van uitputting
Onderzoeken
Nuchter bloedonderzoek
Diabetes kan worden vastgesteld met een onderzoek dat het suikergehalte in je bloed meet. Dat gebeurt meestal met een vingerprik.
Orale glucosetolerantietest
Je arts kan in twijfelgevallen een orale glucosetolerantietest uitvoeren om diabetes op te sporen. Je drinkt dan nuchter een glucoseoplossing. Onmiddellijk voor en twee uur nadat je deze oplossing hebt gedronken, bepaalt je arts met een bloedafname het suikergehalte in je bloed. Ligt het suikergehalte boven een bepaalde waarde? Dan heb je diabetes.
Behandelingen
De diabetesbehandeling steunt op vier pijlers:
Aangepast dieet
Met speciale aandacht voor de hoeveelheid voedsel, de hoeveelheid koolhydraten en de soorten vetten die je eet en drinkt.
Beweging
Als je voldoende beweegt werkt de insuline beter en wordt suiker beter verbrand.
Bloedsuikerverlagende middelen.
Heb je diabetes type 1, dan krijg je altijd insuline voorgeschreven. Bij diabetes type 2 komen aangepaste voeding en voldoende beweging op de eerste plaats. Als hiermee onvoldoende resultaat wordt bereikt, kan je arts aanvullend bloedsuikerverlagende medicatie voorschrijven. Als dit niet volstaat, wordt overgestapt op insuline.
Voorlichting en opleiding
Door regelmatige informatie over de aandoening en over wat je zelf kan doen, krijg je zelf veel troeven in handen om je diabetes onder controle te houden.