Voorkamerfibrillatie (VKF) is een veelvoorkomende hartritmestoornis waarbij de voorkamers van het hart onregelmatig en snel samentrekken. Het kan leiden tot een onregelmatige hartslag en het verhoogt het risico op bloedstolsels en beroertes.

Niet alle hartritmestoornissen kunnen worden voorkomen, maar je kan het risico verminderen door een gezonde levensstijl met een gezond gewicht en minder stress, het beheersen van risicofactoren zoals hoge bloeddruk en diabetes, en het vermijden van overmatig alcohol- en cafeïnegebruik.

Symptomen

Sommige mensen ervaren mogelijk geen symptomen. Sommige hartritmestoornissen worden mogelijk alleen ontdekt tijdens een routinecontrole. Maar er zijn ook hartritmestoornissen die wel klachten geven.

Enkele veelvoorkomende symptomen:

  • Hartkloppingen
    Dit is een ongewoon bewustzijn van je eigen hartslag. Je kunt het gevoel hebben dat je hart te snel, te langzaam of onregelmatig klopt.

  • Duizeligheid
    Sommige mensen met hartritmestoornissen ervaren duizeligheid of verliezen het bewustzijn. Dit kan optreden als het hart niet in staat is om voldoende bloed en zuurstof naar de hersenen te pompen.

  • Kortademigheid
    Vooral bij inspanning of tijdens een aanval van een hartritmestoornis. Dit gebeurt omdat het hart mogelijk niet in staat is om voldoende bloed rond te pompen.

  • Vermoeidheid
    Hartritmestoornissen kunnen leiden tot aanhoudende vermoeidheid, zelfs na een goede nachtrust. Dit komt doordat het hart extra inspanning moet leveren om het lichaam van zuurstof te voorzien.

  • Pijn op de borst

  • Misselijkheid en zweten

  • Flauwvallen of bewustzijnsverlies

  • Angst of paniek

Oorzaken

Sommige hartritmestoornissen zijn het gevolg van onderliggende hartaandoeningen, terwijl andere worden veroorzaakt door externe factoren of aandoeningen.

Veelvoorkomende oorzaken:

  • hartaandoeningen
    Een van de meest voorkomende oorzaken van hartritmestoornissen zijn hartaandoeningen, zoals vernauwde kransslagaders, hartaanvallen, hartklepaandoeningen, ziekte van de hartspier en aangeboren hartaandoeningen.

  • hoge bloeddruk
    Hoge bloeddruk (hypertensie) kan leiden tot hartritmestoornissen, met name voorkamerfibrillatie.

  • diabetes
    Diabetes kan het risico op hartritmestoornissen vergroten, vooral voorkamerfibrillatie.

  • overmatig alcohol- of cafeïnegebruik
    Overmatig alcohol- of cafeïnegebruik kan hartritmestoornissen veroorzaken of verergeren.

  • roken

  • medicijnen
    Sommige medicijnen, zoals bepaalde neussprays met adrenaline kunnen hartritmestoornissen veroorzaken of verergeren.

  • stress en angst

  • schildklieraandoeningen
    Een overactieve schildklier (hyperthyreoïdie) kan hartritmestoornissen veroorzaken.

  • onevenwicht in elektrolyten (zouten in het bloed)
    zoals kalium, natrium en calcium, kunnen hartritmestoornissen veroorzaken.

  • genetische factoren
    Sommige hartritmestoornissen kunnen genetisch bepaald zijn en worden doorgegeven in families.

Onderzoeken

  • Lichamelijk onderzoek
    Klachtenbevraging en controle van het hartritme

  • Elektrocardiogram (ECG)
    Een eenvoudige en veelgebruikte test waarbij elektroden op de huid van de borst, armen en benen worden geplaatst om de elektrische activiteit van het hart op te nemen. Het ECG registreert het hartritme en kan afwijkingen en hartritmestoornissen identificeren.

  • Holteronderzoek
    Dit is een draagbaar ECG-apparaat dat gedurende 24 uur of langer continu het hartritme opneemt terwijl je je dagelijkse activiteiten uitvoert. Het is handig voor het vastleggen van hartritmestoornissen die sporadisch optreden.

  • Langdurige recorder
    Dit is vergelijkbaar met een Holtermonitor, maar je draagt het apparaat voor langere perioden, meestal 1 week.

  • Stresstest
    Tijdens een fietstest wordt je hartritme en -functie geëvalueerd. Dit kan helpen bij het identificeren van hartritmestoornissen die alleen tijdens inspanning optreden.

  • Echocardiogram
    Dit is een test waarbij geluidsgolven worden gebruikt om de structuur en de werking van het hart te beoordelen.

  • Elektrofysiologisch onderzoek
    Hierbij worden katheters (flexibele holle buisjes) met elektroden via de lies in het hart ingebracht.

  • Bloedonderzoek
    Om onevenwichten in elektrolyten (zouten in het bloed) te controleren of hormonale veranderingen en andere aandoeningen die hartritmestoornissen kunnen veroorzaken.

  • Coronaire angiografie
    Een test waarbij een kleurstof in de kransslagaders wordt ingespoten om blokkades of vernauwingen te identificeren die hartritmestoornissen kunnen veroorzaken.

  • Looprecorder
    Als de oorzaak niet gevonden wordt, en er zijn belangrijke klachten zoals flauwvallen, wordt soms een kleine chip onder de huid geplaats die het hartritme voor 3 jaar kan opnemen.

Behandelingen

Een behandeling is niet altijd nodig, maar gezien hartritmestoornissen kunnen verergeren is jaarlijkse controle aangewezen.

Medicatie

Elektrische shock

Bij een onregelmatig hartritme wordt met een elektrische shock geprobeerd om het hart weer in een normaal ritme te brengen.

Ablatie

Hierbij worden abnormale elektrische weefsels in het hart vernietigd of geïsoleerd.
LINK naar ablatie

Sluiten van het linkerhartoortje

Patiënten met voorkamerfibrillatie hebben een verhoogd risico op het krijgen van een beroerte of CVA. Door hun onregelmatige hartslag kan er een klonter ontstaan in het linkerhartoortje, die met de bloedstroom naar de hersenen kan gaan en daar een slagader afsluiten. De meeste patiënten worden behandeld met een bloedverdunner, om dit risico op een beroerte te verlagen. Als je de bloedverdunner niet verdraagt, kan het hartoortje worden gesloten.

Pacemaker

Bij hartritmestoornissen waarbij het hart te traag klopt, wordt een pacemaker geplaatst die het hartritme indien nodig overneemt.

Defibrillator

Een ingeplante defibrillator kan te snelle ritmestoornissen opsporen en behandelen.

Gespecialiseerde artsen

Laatst aangepast: 9 juli 2024