Bij gewoon sociaal contact wordt het virus niet over gedragen. Het is dus veilig om iemand die besmet is met het hepatitis C virus een kus of hand te geven, voedsel en drank te delen, enz.

Maatregelen om een besmetting met het hepatitis C virus te voorkomen, of om anderen te beschermen als je al besmet bent:

  • Deel geen naalden bij drugsgebruik via de aderen.

  • Tatoeages en piercings laat je plaatsen in steriele omstandigheden

  • Deel geen scheermesjes, tandenborstels, enz.

  • Gebruik condooms bij seksuele betrekkingen.

  • Gebruik een pleister bij open wondjes.

Er bestaat geen vaccin tegen hepatitis C.

Symptomen

De meeste patiënten die besmet zijn met het hepatitis C-virus hebben geen symptomen.

Als er dan toch symptomen zijn dan zijn het vaak de volgende:

  • vermoeidheid

  • krachtsverlies

  • meinig eetlust

  • misselijkheid

  • gewrichtspijnen

  • gewichtsverlies

In 80 procent van de gevallen treedt er na de besmetting een chronische infectie op. Het virus gaat niet van zelf weg gaat uit het lichaam. Een chronische infectie kan die littekenweefsel en eventueel levercirrose veroorzaken.

In zeldzame gevallen worden andere organen buiten de lever ook aangetast, bv. de bloedvaten, de nieren, enz.

Oorzaken

Besmetting door contact met het bloed van iemand die het hepatitis C-virus heeft.

Je kan het virus krijgen als jouw bloed in contact komt met het bloed van iemand anders die besmet is met het hepatitis C-virus:

  • bij het delen van besmette naalden bij drugsgebruik via de aders

  • het delen van cocaïnerietjes

  • bij het gebruik van geïnfecteerde naalden voor het plaatsen van tatoeages, acupunctuur of piercings.

  • bij het delen van tandenborstels, scheermesjes en andere zaken waar bloed op kan zitten.

  • wanneer je bloed kreeg toegediend voor 1990 (bv. bij hevig bloedverlies tijdens een operatie). Het bloed dat werd gegeven voor 1990 werd nog niet gecontroleerd op het hepatitis C-virus.

  • bij seks met iemand die besmet is (zeldzaam wanneer je een stabiele heteroseksuele relatie hebt)

  • in erg zeldzame gevallen (minder dan 2 procent) kan een zwangere vrouw die geïnfecteerd is met het hepatitis C-virus het virus doorgeven aan haar baby. Daarom is het belangrijk dat de vrouw die besmet is met hepatitis C behandeld wordt voor haar zwangerschap.

Sommige mensen weten niet hoe ze geïnfecteerd geraakt zijn met het hepatitis C-virus.

Na het doormaken van een hepatitis C-infectie ben je niet immuun. Dit betekent dat je opnieuw kan besmet worden als je terug in contact komt met het virus.

Onderzoeken

  • Bloedonderzoek

    • Onderzoek naar besmetting met hepatitis C-virus

    • Vroegere besmetting (20 procent van de mensen die besmet geraakt met het hepatitis C virus geneest vanzelf)

    • Welk type virus je hebt (er zijn 6 types)

      Bij een bloedonderzoek wordt een buisje bloed afgenomen uit een ader aan de binnenkant van de arm, meestal in de plooi van de elleboog. Om deze ader goed te kunnen zien en voelen wordt een stuwbandje strak om de bovenarm getrokken. In de ader wordt geprikt met een naald waardoor het bloed in het buisje wordt gezogen. De naald wordt maar één keer gebruikt en daarna vernietigd.

  • Fibroscan
    De Fibroscan is een onderzoek waarbij de stijfheid van de lever wordt gemeten. Hoe meer littekenweefsel, hoe stijver de lever. Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten en doet geen pijn.

  • Echografie van de buik
    Om te kijken naar de organen in het lichaam, en dus ook naar de lever. Bij patiënten die levercirrose hebben door een hepatitis C-infectie is een echografie iedere 6 maanden nodig voor het vroegtijdig opsporen van leverkanker. Dit onderzoek duurt ongeveer 10 minuten en doet geen pijn.

  • Biopsie
    Enkel bij een vermoeden is van een mogelijk andere onderliggende leveraandoening.

    • Via de huid
      Bij deze biopsie prikt de arts doorheen de huid, tussen de ribben om een stukje lever weg te nemen.

    • Via de bloedvaten
      Wanneer er te veel risico op nabloeden is (bv. wanneer de patiënt een bloedverdunner neemt die niet kan gestopt worden, wanneer de patiënt een stollingsstoornis heeft, enz.) wordt er via de bloedvaten een klein stukje leverweefsel weggenomen.

Behandeling

Medicatie

Er bestaat medicatie om het hepatitis C-virus uit het lichaam te verwijderen (Maviret®, Epclusa®, Zepatier®, Vosevi®).De duur van de behandeling is afhankelijk van het type en of er littekenweefsel aanwezig is op de lever. De genezingskans is ongeveer 95 procent. Deze medicatie wordt voor iedereen die besmet is met het hepatitis C-virus terugbetaald.

Tijdens het innemen van deze medicatie kan het zijn dat de dosis van sommige andere medicaties moet worden aangepast of dat bepaalde medicatie even moet worden gestopt. Daarom is het belangrijk dat je op de raadpleging met je leverarts een lijst meebrengt met alle medicatie op die je thuis inneemt.

Na het doormaken en na het behandelen van een hepatitis C-infectie ben je niet immuun. Dit betekent dat je opnieuw kan besmet worden als je opnieuw in contact komt met het virus.

Gespecialiseerde artsen

Laatst aangepast: 9 juli 2024