• Kleincellige longkanker: groeit snel, zaait sneller uit naar lymfeklieren en andere organen (lever, hersenen en botten). Komt voor in ongeveer 20 procent van de longkankergevallen.

  • Niet-kleincellige longkanker: groeit meestal trager, is de meest voorkomende longkanker (ongeveer 78 procent).

Naast deze kwaadaardige tumoren in de long, is er in zeldzamere gevallen soms een kwaadaardige aantasting van het longvlies. Longvlieskanker, treedt meestal pas lang na de blootstelling aan asbest op.

Symptomen

Longkanker kan verschillende klachten geven. De klachten zijn afhankelijk van de plaats van de tumor, de grootte tumor en de eventuele uitzaaiingen. Soms wordt de tumor per toeval ontdekt op een longfoto in het kader van een ingreep, zonder enige klacht.

Klachten:

  • verandering in het hoestpatroon (bijvoorbeeld hardnekkige prikkelhoest)

  • bloed in opgehoest slijm

  • kortademigheid

  • vaak terugkerende longontsteking

  • aanhoudende heesheid

  • aanhoudende pijn in de borststreek, rug, of in het gebied van de schouders

Oorzaken

  • Roken

  • Passief meeroken

  • Luchtvervuiling (fijnstof)

  • Inademen van schadelijke stoffen (asbest, radon…)

  • Ioniserende straling

  • Andere longziekten

  • Genetische factoren

Onderzoeken

  • Onderzoek door het lab

  • RX-thorax: röntgenfoto van de borstkas

  • CT-scan long en bovenbuik

  • MRI-scan van de hersenen

  • Botscan

  • PET-CT-scan

  • Bronchoscopie: onderzoek van de binnenkant van de luchtwegen

  • Echografisch onderzoek van de luchtwegen (EBUS)

  • Echografisch onderzoek van de slokdarm (EBUS)

  • Kijkoperatie in de borstholte

  • Biopsie

Deze onderzoeken leren de artsen in welk stadium de longkanker zich bevindt. De ernst van de ziekte en de behandeling wordt sterk bepaald door het stadium van de ziekte bij de diagnose.

Stadium 1 en 2: enkel tumor in de long

Stadium 3: tumor in de long en in de klieren tussen beide longen

Stadium 4: tumor in de long met uitzaaiing(en) in andere organen

Behandelingen

Operatie

Het wegnemen van een longkwab of een volledige long gebeurt enkel bij niet uitgezaaide kanker en is ook afhankelijk van de toestand van de patiënt. Soms wordt voor de operatie nog chemotherapie of immunotherapie gegeven.

Radiotherapie of bestraling

Als een longoperatie te risicovol is, kan een niet-uitgezaaide longtumor bestraald worden. Deze behandeling heeft tot doel de kankercellen te vernietigen, klachten te verminderen en pijn te verzachten.

Als een tumor zich niet alleen in de long bevindt, maar ook in klieren tussen beide longen, wordt chemotherapie en radiotherapie gecombineerd met soms nadien nog immunotherapie.

Chemotherapie

Uitgezaaide longtumoren worden doorgaans behandeld met chemotherapie, immunotherapie of een combinatie van beide. Ongeveer 15 procent van de patiënten met een uitgezaaide longkanker komen in aanmerking voor een behandeling met een soort chemopil.

Immunotherapie

Behandeling die je natuurlijke afweer stimuleert om kankercellen aan te vallen en op te ruimen. Wordt via infuus toegediend op de kankerafdeling of in het dagziekenhuis.

Gespecialiseerde artsen

Laatst aangepast: