Soms wordt een baby zwaar slechthorend of zelfs volledig doof geboren. Het kan ook gebeuren dat het gehoor van een volwassene zodanig verslechtert dat een gewoon hoorapparaat niet meer volstaat.

Doel

In deze gevallen kan de functie van het binnenoor worden overgenomen door een cochleair implantaat. Dit toestel bestaat uit een stimulatie-elektrode die ingebracht wordt in je slakkenhuis of cochlea, vandaar de naam. Er is ook een uitwendig deel: de spraakprocessor. Die draag je zoals een gewoon hoorapparaat.

Werking van het oor

Je oor bestaat uit drie delen:

  • uitwendig oor: oorschelp en gehoorgang

  • middenoor: trommelvlies en gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel)

  • binnenoor: slakkenhuis (cochlea) en evenwichtsorgaan

Je middenoor geeft geluidstrillingen door aan je binnenoor. Om goed te werken, moet dat middenoor goed verlucht zijn. Wanneer er bijvoorbeeld slijm of etter in zit, krijg je gehoorverlies. Ook een gaatje (perforatie) in het trommelvlies doet je slechter horen.

Deze problemen zijn mechanisch en kunnen normaal gezien met een operatie verholpen worden.

In je binnenoor, meer bepaald in het slakkenhuis, worden de geluidstrillingen omgezet in zenuwprikkels. Dit gebeurt door de haarcellen in het orgaan van Corti. De zenuwprikkels worden dan via de gehoorzenuw naar de hersenstam geleid.

Wanneer aangewezen

Wanneer je slakkenhuis beschadigd is, veroorzaakt dit gehoorverlies dat niet zomaar met een operatie kan worden behandeld. Voorbeelden zijn ouderdomsslechthorendheid, lawaaitrauma en de ziekte van Ménière. Een gewoon hoorapparaat kan hier dikwijls een oplossing bieden.

Wanneer de schade in je slakkenhuis echter te groot is, kan het zijn dat je gesprekken zelfs met een hoorapparaat niet meer kunt volgen. In dat geval is het vaak een betere oplossing om de gehoorzenuw rechtstreeks te gaan stimuleren, met een cochleair implantaat.

Neem een lijstje mee met de geneesmiddelen die je inneemt:

  • naam van het geneesmiddel

  • dosis

  • hoeveel van deze medicatie je gebruikt per dag (ochtend, middag, avond).

Schrijf jouw vragen voor de arts op papier of noteer ze in jouw telefoon. Vraag goed na wat de dosis is van de geneesmiddelen die je krijgt voorgeschreven, hoe je die medicatie moet innemen en hoe lang.

We nodigen je uit om een begeleider of vertrouwenspersoon mee te brengen, als je daar nood aan hebt (max. 2 mensen).

Verloop

Voorbereiding

Als je op raadpleging samen met je neus-keel-oorarts hebt besloten tot het plaatsen van een cochleair implantaat, dan spreek je een datum af. De arts geeft je ook uitleg over de ingreep, de alternatieven, de mogelijke risico’s en het verloop.

  • Vóór de ingreep meld je je aan in de kiosk in het onthaal van campus Rumbeke met je identiteitskaart. Je krijgt een ticketje met een barcode en de wegbeschrijving naar het Zorgcontact.

  • In Rumbeke vind je het Zorgcontact op de eerste verdieping rechtover de liften. Aan de ingang van het Zorgcontact staat ook een kiosk en daar scan je je barcode op het ticketje dat je in het onthaal kreeg. Je krijgt dan een wachtnummer en ziet op een infoscherm wanneer het jouw beurt is. De medewerkers helpen je bij alle voorbereiding voor de ingreep.

  • Je kiest er een eenpersoons- of tweepersoonskamer.

  • Je vult de documenten in voor de vereiste toestemming voor de ingreep.

  • Eventueel moet je nog eens langs bij de huisarts die ook nog informatie over je algemene gezondheidstoestand kan aanvullen in je medisch dossier.

De dag van de ingreep

Omdat de ingreep gebeurt onder volledige verdoving moet je nuchter zijn. Dat wil zeggen dat je sinds middernacht niets meer mag gegeten of gedronken hebben. Kleine slokjes water drinken mag wel nog.

Je komt de dag zelf binnen en meld je aan bij de kiosk in het onthaal van campus Rumbekel. Behalve de sticker krijg je een wegbeschrijving naar de afdeling waar je opgenomen wordt.

De verpleegkundige verwelkomt je, legt je uit wat er staat te gebeuren en een logistiek medewerker brengt je in een bed naar het operatiekwartier.

Ingreep

De ingreep gebeurt altijd onder algemene narcose die uitgevoerd wordt door een anesthesist. Er wordt voor een infuus geplaatst om de verdoving toe te dienen via een prik op de handrug of in de elleboogplooi.

Een cochleair implantaat bestaat uit een inwendig en een uitwendig deel. Het inwendige deel is voorzien van een elektrode. Deze wordt via een kleine opening ingebracht in je slakkenhuis. Het doosje waarin de elektronica zit en waaraan de spoel vastzit, wordt ondergebracht in een kleine uitsparing in het schedelbot achter en boven je oor.

Het uitwendige deel draag je zoals een gewoon achter-het-oor hoorapparaat, maar met een bijkomende spoel die door middel van een magneet blijft zitten ter hoogte van de spoel van het inwendige deel.

Het uitwendige deel vangt het geluid op en zet dit na verwerking om in een digitaal signaal dat via de spoel wordt overgebracht naar het inwendige deel. Via de elektrode wordt dan de gehoorzenuw elektrisch gestimuleerd, waardoor het signaal hoorbaar wordt.

Na de ingreep

Na de ingreep ga je naar de ontwaakzaal, waar de anesthesist en een verpleegkundige je opvolgen tot je weer goed wakker bent en weer naar een gewone kamer kan.

Je verblijft na de ingreep drie dagen in het ziekenhuis. De ochtend van je vertrek uit het ziekenhuis gebeurt nog een controle CT-scan om de correcte positie van de elektrode in het slakkenhuis dubbel te controleren.

Risico’s en bijwerkingen

Het plaatsen van een cochleair implantaat is een veilige ingreep, maar geen enkele operatie is risicoloos. Er is altijd een kans op een infectie of een wondgenezingsprobleem. Soms komen ook tijdelijke evenwichtsproblemen, oorsuizen en wegvallen van smaak voor. Deze klachten gaan meestal vanzelf over.

Nazorg

De dag na de ingreep wordt het hoofdverband verwijderd, en de arts haalt de hechtingen weg na 10 dagen. Je krijgt hoortraining of spraak- en taaloefeningen van een logopedist zodra de geluidsprocessor geactiveerd is. Dit is doorgaans een drietal weken na de ingreep. Jouw inzet en motivatie spelen een belangrijke rol bij het succes van de behandeling.

Het uitwendige deel, de processor, moet een paar keer bijgeregeld worden. Ondertussen leer je het nieuwe geluid te interpreteren en te koppelen aan het lipbeeld. Revalidatie is hierbij een grote hulp.

De resultaten van cochleaire implantatie zijn zeer goed. Negen op de tien patiënten zijn na de revalidatie vlot in staat om een normaal gesprek te volgen. In veel gevallen lukt het ook om te telefoneren en opnieuw van muziek te genieten.

Doof geboren baby's die voor de leeftijd van 2 jaar geïmplanteerd worden en geen andere beperkingen hebben, zullen doorgaans een normale taalontwikkeling kennen en dus kunnen starten met normaal onderwijs.

Bij doofgeboren volwassenen, die zich pas na 20, 30 of meer jaar laten implanteren, verlopen de revalidatie en de taalverwerving een heel stuk moeilijker.

Kostprijs

Alle kosten voor je verblijf en verzorging komen op de ziekenhuisfactuur. Heb je vragen over de ziekenhuisfactuur, of wil je een inschatting van de kostprijs? Dit kan je altijd opvragen aan de dienst facturatie via factuur@azdelta.be of per telefoon 051 23 76 66.

Laatst aangepast: 1 juli 2024