Ons hart heeft vier hartkleppen die ervoor zorgen dat het bloed in de juiste richting stroomt door het op het juiste moment te openen en te sluiten.
Een van deze kleppen, de aortaklep, bevindt zich tussen de linkerhartkamer en de aorta, de hoofdslagader van het lichaam. De aortaklep voorkomt dat bloed van de aorta naar het hart stroomt wanneer de spier van de linkerhartkamer ontspant.
Meer informatie over hartklepaandoeningen
Noodzaak van een nieuwe hartklep
Een aortaklep bestaat meestal uit drie dunne blaadjes die precies in elkaar passen. Ernstige vernauwing (of stenose) van de aortaklep treedt op wanneer de klep niet goed opent. Als gevolg daarvan moet het hart harder werken om het bloed door het lichaam te pompen.
Na verloop van tijd wordt de hartspier zwakker, dikker en stijver. Je krijgt meer klachten en dagelijkse activiteiten worden moeilijker.
Als deze vernauwing niet wordt behandeld, riskeer je een ernstige, zelfs fatale aandoening die kan leiden tot hartfalen en plotse dood.
Ernstige aortaklepstenose is vaak onvermijdelijk en houdt verband met leeftijd, kalkafzetting op de aortaklep en te veel cholesterol, eerdere bestraling of ontsteking van de hartklep, of aangeboren aanleg.
Een beperkte vernauwing van de hartklep veroorzaakt over het algemeen weinig symptomen. Als de aandoening echter ernstig is, kunnen symptomen zoals :
pijn of benauwdheid op de borst in rust of bij inspanning
vermoeidheid
kortademigheid
duizeligheid of flauwvallen tijdens activiteit
hartkloppingen
zwelling van de enkels en kuiten
De aortaklep kan gaan lekken of vernauwen. Deze twee afwijkingen kunnen ook tegelijkertijd optreden.
Dit kan het hart beschadigen en de pompcapaciteit verminderen. Hierdoor verspilt het hart energie, wat kan leiden tot uitputting (hartfalen) of hartritmestoornissen.
Neem een lijstje mee met de geneesmiddelen die je inneemt:
naam van het geneesmiddel
dosis
hoeveel van deze medicatie je gebruikt per dag (ochtend, middag, avond) en hoelang je deze neemt.
Schrijf jouw vragen voor de arts op papier of noteer ze in jouw telefoon. Vraag goed na wat de dosis is van de geneesmiddelen die je krijgt voorgeschreven, hoe je die medicatie moet innemen en hoe lang.
We nodigen je uit om een begeleider of vertrouwenspersoon mee te brengen, als je daar nood aan hebt (max. 2 mensen).
Verloop
Onderzoeken
Voordat de ingreep gepland kan worden, zijn er enkele vooronderzoeken nodig. De resultaten van deze onderzoeken bepalen welk type hartklepvervanging voor u het meest geschikt is, en of een TAVI-ingreep via de lies technisch mogelijk is. Deze onderzoeken vinden plaats enkele weken voor de eigenlijk ingreep, tijdens een afzonderlijke opname.
Elektrocardiogram of ECG: om het hartritme en hartgeleiding in beeld brengen.
Een hartkatheterisatie of coronarografie: een onderzoek waarbij via de pols of lies een buigzaam hol buisje wordt ingebracht. Via dit buisje bekijkt de arts de kransslagaders van het hart., met behulp van contraststof.
Bloedafname: controle van de bloedwaarden voor de nierfunctie, bloedarmoede...
Slokdarmechografie: inwendige echo via de slokdarm om de hartkleppen in beeld te brengen.
CT-scan: om het hart, de hartklep en de toegang tot de lies in beeld te brengen. Daarbij wordt de maat van je nieuwe klep bepaald en de ingreep al voorbereid in 3D.
Patiënten die nog eigen tanden hebben moeten hun tanden nog eens laten nazien bij hun tandarts, dus buiten het ziekenhuis).
Op basis van de resultaten geeft het team van hartspecialisten en hartchirurgen finaal goedkeuring om de ingreep te laten doorgaan. Voordat de ingreep uiteindelijk doorgaat, komt u doorgaans nog langs bij de hartspecialist die de klep zal plaatsen. Hij zal u nog de nodige uitleg geven over de ingreep, samen met de verpleegkundig-specialist.
Voorbereiding
Vóór de ingreep meld je je aan in de kiosk in het onthaal van campus Rumbeke met je identiteitskaart. Je krijgt een ticketje met een barcode en de wegbeschrijving naar het Zorgcontact.
In Rumbeke vind je het Zorgcontact op de eerste verdieping rechtover de liften. Aan de ingang van het Zorgcontact staat ook een kiosk en daar scan je je barcode op het ticketje dat je in het onthaal kreeg. Je krijgt dan een wachtnummer en ziet op een infoscherm wanneer het jouw beurt is. De medewerkers helpen je bij alle voorbereiding voor de ingreep.
Je kiest er een eenpersoons- of tweepersoonskamer.
Je vult de documenten in voor de vereiste toestemming voor de ingreep.
Eventueel moet je nog eens langs bij de huisarts die ook nog informatie over je algemene gezondheidstoestand kan aanvullen in je medisch dossier.
De dag voor de ingreep
De dag voor de ingreep, meld je je aan bij de kiosk in het onthaal van campus Rumbeke. Behalve de stickers krijg je een ticketje met een wegbeschrijving naar de afdeling waar je wordt opgenomen. Een verpleegkundige wacht je op en begeleidt je naar je kamer.
Als je een bloedverdunner inneemt zoals Sintrom®, Marcoumar® en Marevan®, moet je daarmee stoppen zoals afgesproken met de hartklepspecialist.
Als je een bloedverdunner inneemt zoals Eliquis®, Pradaxa®, Xarelto® of Lixiana®, mag je deze niet meer innemen de dag vóór de ingreep.
De dag voor de ingreep mag u géén Metformine of Metformax® innemen.
Breng je medicatie mee naar het ziekenhuis in de verpakking, ook voor de medicatie die je tijdelijk net voor de operatie niet meer mag innemen, samen met je medicatieschema.
Dag van de ingreep
De verpleegkundige legt je uit wat er staat te gebeuren en plaatst nog eerst een infuus in de arm. Je krijgt een operatieschortje om aan te trekken. Een gebitsprothese, bril, hoorapparaat of lenzen laat je achter in de kamer. Voor je vertrekt uit de kamer is het best om nog even te plassen. Een logistiek medewerker brengt je in een bed naar de operatiezaal.
Ingreep zelf
Naast de hartklepspecialist zijn er ook een anesthesist aanwezig. De implantatie van de hartklep gebeurt onder plaatselijke verdoving in beide liezen. Daarnaast geeft de anesthesist soms een lichte algemene verdoving voor je eigen comfort. Deze verdoving wordt dan gestopt op het einde van de ingreep. Voor deze verdoving moet je nuchter zijn. Dat wil zeggen dat je niets meer mag eten of drinken, vanaf middernacht voorafgaand aan de dag van de ingreep.
De ingreep duurt ongeveer één tot anderhalf uur. De ingreep veroorzaakt geen pijn, maar het is mogelijk dat u een druk in de lies of in de onderbuik ervaart.
De klep is gemaakt uit natuurlijk weefsel, verkregen uit het hartvlies van een varken. In de liezen wordt een holle buis, of katheter, geplaatst. De nieuwe aortaklep wordt door de katheter geschoven en exact in de juiste positie, ter hoogte van uw eigen aangetaste aortaklep, geplaatst. De oude hartklep blijft ter plaatse. Hierbij maakt de hartspecialist gebruik van röntgenstralen. De nieuwe hartklep werkt direct en de arts zal een test uitvoeren om te kijken of de klep goed werkt.
Op het einde wordt de katheters uit uw liezen verwijderd.
Na de ingreep
Na de ingreep kan je familie bellen naar de afdeling (link naar contactinfo afdeling) waar je bent opgenomen om te horen hoe de ingreep is verlopen.
Na de ingreep word je van nabij opgevolgd om de kans op complicaties zo klein mogelijk te houden. Daarom verblijf je minstens een nacht op de dienst intensieve zorg.
Je moet na de ingreep 6 uur in bed blijven. De verpleegkundige laat je weten wanneer je rechtop mag zitten. De dag na de ingreep kan je weer wandelen. Als je de bedrust niet naleeft, bestaat de kans dat de insteekplaats in je lies weer gaat bloeden. De 6 uur mag je je been aan de kant van de insteekplaats nog niet plooien.
Na intensieve zorg ga je voor minstens 1 nacht naar de afdeling hartziekten waar je hart opgevolgd wordt met een monitor.
Als er geen problemen optreden, mag je op zaterdag naar huis. Als de hartslag te traag is, er problemen zijn met j lies of met je bloedwaarden, dan blijf je een paar dagen langer in het ziekenhuis.
De resterende draadjes in je lies mogen verwijderd worden door de huisarts of de thuisverpleegkundige na 5 tot 7 dagen.
Risico’s en bijwerkingen
Een aortaklepimplantatie via een katheter biedt een sneller herstel in vergelijking met een klassieke hartoperatie en de kans op complicaties is lager. De meeste patiënten zijn de dag na de ingreep al weer te been.
Omdat de aortaklep zich dicht bij het geleidingssysteem van j hart bevindt, is er 5 tot 10 procent kans dat het hart te traag gaat kloppen na de ingreep. In dat geval wordt nog een definitieve pacemaker geplaatst tijdens je opname in het ziekenhuis.
De lies wordt steeds afgesloten met een propje en een hechting. Soms kan er echter een bloeding of bloeduitstorting ontstaan. Vaak is hier geen behandeling voor nodig. Dit geneest dit spontaan. In uitzonderlijke omstandigheden moet een stent in de lies geplaatst worden.
Doordat we in de bloedvaten en in het hart werken, is er steeds een klein risico op een hersentrombose (1 tot 2 procent).
Er bestaat ook een kleine kans dat er een bloedklonter wordt gevormd op het metalen kader van de aortaklep. Daarom moet je tijdelijk verder bloedverdunners innemen.
Het team van hartspecialisten overweegt steeds zorgvuldig de voordelen tegen de mogelijke risico's.
Nazorg
Je mag geen zware lasten (van meer dan 5 kg) tillen gedurende 48 uur.
Probeer de activiteiten rustig op te bouwen, maar gun het lichaam tijdig wat rust.
Bespreek het niveau van de dagelijkse activiteiten met de hartspecialist om na te gaan wat de beste oplossing is voor u.
Als je geen definitieve pacemaker krijgt tijdens je opname, kan de hartspecialist je rijgeschikt verklaren.
De eerste week na het ontslag mag je niet in bad en niet zwemmen. Het wondje in de lies kan daardoor week worden, waardoor er een grotere kans is op een nabloeding en besmetting.
Je mag wel kort douchen (± 5 minuten). Jee kan hiervoor een waterafstotend verband gebruiken op de wonde in de lies.
Je zal medicatie moeten blijven innemen en geregeld de werking van je hart en hartklep moeten laten controleren: na 30 dagen, 6 maanden, 12 maanden en daarna jaarlijks.
Kostprijs
Alle kosten voor je verblijf en verzorging komen op de ziekenhuisfactuur. Heb je vragen over de ziekenhuisfactuur, of wil je een inschatting van de kostprijs? Dit kan je altijd opvragen aan de dienst facturatie via factuur@azdelta.be of per telefoon 051 23 76 66.