Anticoagulantia zijn daarom vaak geïndiceerd, maar sluiting van het hart kan een alternatief zijn als anticoagulantia niet mogelijk zijn.
Bij ritmestoornissen zoals voorkamerfibrilleren of CFV is de bloedstroom in de linkerhartkamer erg traag. Dit maakt het makkelijker voor het bloed om te stagneren, te klonteren en bloedstolsels te vormen. De vorming van bloedstolsels moet worden voorkomen, bijvoorbeeld door antistollingsmiddelen te gebruiken.
Soms is het innemen van anticoagulantia niet mogelijk, bijvoorbeeld bij mensen die al bloedingen hebben gehad of bij mensen die anticoagulantia niet verdragen.
Als een antistollingsmiddel niet mogelijk is of niet voldoende effectief is, kan de keuze vallen op linkerventrikelafsluiting.
Linkerventrikelafsluiting is daarom een methode om beroertes te voorkomen bij mensen die lijden aan boezemfibrilleren.
Neem een lijstje mee met de geneesmiddelen die je inneemt:
naam van het geneesmiddel
dosis
hoeveel van deze medicatie je gebruikt per dag (ochtend, middag, avond) en hoelang je deze neemt.
Schrijf jouw vragen voor de arts op papier of noteer ze in jouw telefoon. Vraag goed na wat de dosis is van de geneesmiddelen die je krijgt voorgeschreven, hoe je die medicatie moet innemen en hoe lang.
We nodigen je uit om een begeleider of vertrouwenspersoon mee te brengen, als je daar nood aan hebt (max. 2 mensen).
Verloop
Voorbereiding
Ter voorbereiding op de ingreep zal je hartspecialist enkele onderzoeken voor je plannen. Zo kan de hartspecialist de ingreep op een veilige en efficiënte manier te uitvoeren.
Een bloedafname: om na te gaan of er geen afwijkingen zijn die de ingreep kunnen beïnvloeden.
Een slokdarmechografie: om uit te sluiten dat er bloedklonters in het linkerhartoortje zitten.
CT-scan: om de metingen van de hartoortje te bepalen. Zo kan een 3D-reconstructie gemaakt worden om de ingreep te plannen.
Electrocardiogram of ECG: om het hartritme en hartgeleiding in beeld te brengen.
Als je op raadpleging samen met je hartspecialist hebt besloten dat deze ingreep de beste keuze voor je is, dan spreek je samen een datum af. De arts geeft je ook uitleg over de ingreep, de alternatieven, de mogelijke risico’s en het verloop.
Vóór de ingreep meld je je aan in de kiosk in het onthaal van campus Rumbeke met je identiteitskaart. Je krijgt een ticketje met een barcode en de wegbeschrijving naar het Zorgcontact.
In Rumbeke vind je het Zorgcontact op de eerste verdieping rechtover de liften. Aan de ingang van het Zorgcontact staat ook een kiosk en daar scan je je barcode op het ticketje dat je in het onthaal kreeg. Je krijgt dan een wachtnummer en ziet op een infoscherm wanneer het jouw beurt is. De medewerkers helpen je bij alle voorbereiding voor de ingreep.
Je kiest er een eenpersoons- of tweepersoonskamer.
Je vult de documenten in voor de vereiste toestemming voor de ingreep.
Eventueel moet je nog eens langs bij de huisarts die ook nog informatie over je algemene gezondheidstoestand kan aanvullen in je medisch dossier.
Als je medicatie gebruikt, neem je medicatieschema en de medicatie in zijn leesbare verpakking mee naar het ziekenhuis (ook medicatie die je tijdelijk moet stoppen).
Als je bloedverdunners inneemt, zoals Sintrom®, Marcoumar® en Marevan®, moet je deze stopzetten zoals afgesproken met je hartspecialist.
Als je een bloedverdunner inneemt, zoals Eliquis®, Pradaxa®, Xarelto® of Lixiana®, mag je deze niet meer innemen vanaf de dag vóór de ingreep.
Vanaf de dag vóór de ingreep mag je geen Metformine of Metformax® meer innemen.
De dag van de ingreep
Kom de dag van de ingreep ’s morgens vroeg naar campus Rumbeke. De hoofdingang van het ziekenhuis gaat open om 6.30 uur. Meld je met je identiteitskaart aan bij de kiosk in de inkomhal. Je krijgt behalve stickers ook een wegbeschrijving naar de afdeling waar je opgenomen wordt. Het dagziekenhuis kan je bereiken door de weg te volgen naar 5.0.A2. Je neemt hiervoor de schuifdeur links naast de centrale liften. Enkele meter verder aan de linkerkant ziet u de grote dubbele deur van het dagziekenhuis. Meld je aan bij het onthaal van het dagziekenhuis. Neem plaats op de wachtstoelen wanneer niemand aanwezig is. Een verpleegkundige komt je hier ophalen.
Op de afdeling krijg je van de verpleegkundige een operatiehemdje om aan te trekken. Een gebitsprothese, bril, hoorapparaat of lenzen laat je achter. Voor je vertrekt uit de kamer is het best om nog even te plassen. De verpleegkundige op de afdeling plaatst nog eerst een infuus in de arm.
Een logistiek medewerker brengt je in een bed naar de operatiezaal waar de ingreep gebeurt. De verpleegkundigen helpen je op de operatietafel leggen.
De ingreep gebeurt onder volledige verdoving. Daarom is er een anesthesist aanwezig die je opvolgt gedurende de ingreep.
Voor deze verdoving moet je nuchter zijn. Dat betekent:
tot 6 uur vóór uw opname: een lichte maaltijd, bijvoorbeeld 1 witte boterham of toast met confituur.
tot 2 uur vóór uw opname: 1 glas heldere vloeistof en uw (aangepaste) medicatie, bijvoorbeeld water, appelsap, koffie of thee met suiker. Geen melk, frisdrank of sinaasappelsap.
Ingreep zelf
Het linkerhartoortje wordt gesloten met een plugje. Dit gebeurt met een prikje in de lies en is dus géén openhartoperatie.
De ingreep gebeurt onder algemene verdoving. De anesthesist brengt je in slaap via een prik in de arm.
De verpleegkundige brengt klevers aan op je borst om je hartritme op te volgen en je krijgt een zuurstofklemmetje op je vinger.
De ingreep vindt plaats via een prik in de rechterlies. De hartspecialist plaatst een hol buisje in de rechterlies. Doorheen het holle buisje wordt een opgevouwen plug of paraplu tot in het linkerhartoortje gebracht. Deze plug of paraplu gaat open in het linkerhartoortje waardoor deze opening volledig wordt afgesloten.
Op het einde van de ingreep verwijdert de hartspecialist het holle buisje en sluit hij de opening in uw lies.
De ingreep duurt ongeveer 45 minuten.
Na de ingreep
Na de ingreep word je naar de ontwaakzaal gebracht waar een anesthesist en een verpleegkundige opvolgen of je goed weer wakker wordt. Na een paar uur mag je terug naar de afdeling waar je opgenomen bent. Je mag iets eten van zodra je op de afdeling bent en je niet misselijk bent.
Het is belangrijk om gedurende 4 uur plat te blijven liggen voor een mogelijk bloedingsrisico. Zolang het drukverband aanwezig is, moet je het been gestrekt stil laten liggen. De verpleegkundige controleert regelmatig je bloeddruk en het verband in de lies. Je hartritme wordt van op afstand gevolgd via de klevers op je borstkas.
Als alles vlot verloopt, kan je de dag na de ingreep naar huis. Zorg voor een chauffeur om je op te halen want na een volledige verdoving mag je niet zelf met de wagen of met de fiets rijden.
Risico’s en bijwerkingen
Complicaties zijn zeer zeldzaam.
Zo komt het zelden voor dat er vocht rond het hart opstapelt, wat spontaan verdwijnt. In zeer uitzonderlijke omstandigheden moet dit vocht met een buisje worden gedraineerd of kan er een beroerte optreden (minder dan 1 procent).
Nazorg
Een belangrijk voordeel van deze ingreep, in vergelijking met openhartchirurgie, is de beperkte revalidatieperiode.
Je mag geen zwarte lasten (van meer dan 5 kg) tillen de eerste 48 uur na de ingreep.
Probeer de activiteiten rustig op te bouwen, maar gun het lichaam tijdig wat rust.
Bespreek het niveau van de dagelijkse activiteiten met de hartspecialist na te gaan wat de beste oplossing is voor u.
De eerste week na het ontslag mag je niet in bad en niet zwemmen. Het wondje in de lies kan daardoor week worden, waardoor er een grotere kans is op een nabloeding en besmetting. Je mag wel kort douchen (± 5 minuten). Je kan hiervoor waterafstotend verband gebruiken op de wonde in de lies.
Na 6 weken word je bij je chirurg verwacht voor een controle met een slokdarmechografie.
Meestal zal u de eerste 6 weken na de ingreep nog 1 of meerdere lichte bloedverdunners moeten nemen. Als de controle door een slokdarmechografie goed is, kan het zijn dat één van deze twee gestopt wordt. Dit kan echter verschillen van patiënt tot patiënt. Je hartspecialist zal je hier de nodige informatie over geven.
Na de ingreep kan je zwaardere bloedverdunner vervangen worden door een lichtere vorm, bijvoorbeeld Asaflow®.
Het duurt ongeveer 6 maanden voordat het plugje is bedekt met lichaamseigen weefsel. Gedurende deze eerste 6 maanden kunnen bacteriën vanuit de tanden of mond in de bloedstroom komen en infecties veroorzaken in uw hart. Daarom moet u gedurende de eerste 6 maanden na de ingreep een kortdurende antibioticabehandeling ondergaan vóór elke tandartsbehandeling. Via de tandarts of de hartspecialist zal je hiervoor een voorschrift krijgen.
Een tandarts kan vragen om tijdelijk te stoppen met bloedverdunnende medicatie. Echter, overleg dat altijd met je hartspecialist!
Kostprijs
Alle kosten voor je verblijf en verzorging komen op de ziekenhuisfactuur. Heb je vragen over de ziekenhuisfactuur, of wil je een inschatting van de kostprijs? Dit kan je altijd opvragen aan de dienst facturatie via factuur@azdelta.be of per telefoon 051 23 76 66.