Bij artrose of slijtage van het heupgewricht verlies je van kraakbeen ter hoogte van de heupkom en de heupkop. Dit veroorzaakt pijn – meestal in de lies – door een ontsteking van het gewrichtskapsel. Het lichaam reageert met aanmaak van extra bot aan de rand van het gewricht waardoor de beweeglijkheid achteruitgaat.

Er zijn verschillende oorzaken voor kraakbeenverlies. De meest voorkomende zijn ouderdom, reuma, een vroeger ongeval, verminderde of onderbroken doorbloeding van de kop van het dijbeen, een aangeboren heupafwijking en inklemming ter hoogte van het heupgewricht tussen de rand van de heupkop en de heupkom.

Er bestaan meerdere types heupprotheses:

  • Gecementeerde heupprothese
    Beencement gebruikt als vulmiddel om het implantaat in het bot te fixeren.

  • Ongecementeerde heupprothese
    De prothese groeit in in het bot. Soms moet hiervoor een extra schroef in de heupkom gezet worden. De twee technieken kunnen met elkaar gecombineerd worden bijvoorbeeld een heupkom met een ingroeiprothese en de steel van de heupprothese met botcement.

  • Herstelling van heupprothese
    Een heupprothese kan na verloop van tijd slijtage vertonen of bepaalde onderdelen kunnen los komen te zitten, of de prothese kan uit de kom geraken. Ook een besmetting (infectie) van het prothesemateriaal is mogelijk. Als er geen infectie is, kunnen de versleten of losgekomen delen in één operatie worden vervangen. Bij een infectie moet het aanwezige materiaal eerst worden verwijderd. Soms is het nodig om een kunstmatige breuk van het bovenbeen te maken. Eens alles genormaliseerd is, kunnen de nieuwe onderdelen worden geplaatst. Meestal verloopt de revalidatie bij een heuprevisie veel moeizamer dan bij een klassieke heupprothese, en moet je ook langer in het ziekenhuis blijven. Afhankelijk van de soort kiem moet deze operatie in 1 of in 2 keer gebeuren. Dit wordt voor de operatie op een multidisciplinair overleg besproken met de dienst infectiologie.

Met een heupprothese mag je verwachten dat je pijn van voor de operatie verdwenen is, of op zijn minst sterk verminderd. De beweeglijkheid van het gewricht blijft ongeveer dezelfde als voor de operatie. Hoe soepel de heup wordt na de operatie, wordt sterk bepaald door hoeveel en hoe goed je oefent achteraf.

Verloop

Als je op de raadpleging met je orthopedisch chirurg hebt besloten dat er een ingreep nodig is, dan spreek je meteen een datum af met je arts.

Voorbereiding

  • Op campus Brugsesteenweg meld je je nog voor de ingreep aan bij het Zorgcontact. Je meldt je eerst aan in de kiosk met je identiteitskaart. Daar krijg je een wegbeschrijving naar het Zorgcontact. De medewerkers helpen je bij alle voorbereiding voor de ingreep.

  • Je kiest er een eenpersoons- of tweepersoonskamer. Je blijft één nachtje in het ziekenhuis. Soms kan het ook via het dagziekenhuis, dan mag je dezelfde avond al weer naar huis.

  • Je vult de documenten in voor de vereiste toestemming voor de ingreep.

  • Eventueel moet je nog eens langs bij de huisarts die ook nog informatie over je algemene gezondheidstoestand kan aanvullen in je medisch dossier.

  • Als je bloedverdunnende medicatie inneemt, legt de huisarts je uit wanneer je deze moet stopzetten voor de operatie.

  • Je wordt verwacht op een informatievergadering over wat er allemaal komt kijken bij deze ingreep. Je kan al eens het stappen met krukken oefenen en zo nodig is er nog een radiologisch onderzoek ingepland.

De dag van de ingreep

De dag van de ingreep, meld je je op tijd aan bij de kiosk in het onthaal van campus Brugsesteenweg. Behalve de stickers krijg je een ticketje met een wegbeschrijving naar de afdeling, waar je opgenomen wordt.

Wat breng je mee?

  • Nachtkledij en toiletartikelen

  • De geneesmiddelen die u thuis gebruikt en je medicatieschema

  • Gemakkelijke kledij die u toelaat uw bovenbeen vrij te maken.

  • Gemakkelijke schoenen met een antislipzool die u overdag draagt. Ze moeten vast aan de voet zitten en een brede hak hebben, dus geen slippers. Eventueel brengt u een lange schoentrekker mee/

  • 1 paar krukken

  • Telefoonnummers van contactpersonen

  • Mogelijke allergielijst

Tandprothesen, juwelen, nagellak en make-up worden verwijderd. Geld en juwelen brengt u het best niet mee naar het ziekenhuis.

Als je operatie ’s morgens ingepland is, mag je vanaf middernacht niets meer gegeten of gedronken hebben. Je mag tot 2 uur voordien nog water of appelsap drinken. Als je bloedverdunners neemt, spreek dan af met de huisarts wanneer je deze moet stopzetten voor de ingreep.

Op de afdeling word je verwelkomd door een verpleegkundige die je de nodige uitleg geeft. Je krijgt ook een operatieschortje om aan te trekken. Een logistiek medewerker brengt je in een bed naar de operatiezaal.

Ingreep

Een heupprothese wordt geplaatst onder volledige verdoving. Daarom is er een anesthesist aanwezig. Hij geeft je een prikje om een infuus in te brengen en dan start de arts de verdoving op.

Je kan ook kiezen om enkel de onderste ledematen te laten verdoven via een ruggenprik.

Om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden, krijg je tijdens de operatie antibiotica.

De ingreep begint met een insnede in de huid, waarmee het heupgewricht wordt blootgelegd. Een heupprothese wordt geplaatst via een insnede op het bovenbeen. Er bestaan verschillende toegangswegen naar het heupgewricht. Klassiek wordt een insnede van 10 tot 15 centimeter gemaakt aan de buitenzijde van het bovenbeen.

De chirurg kan ook kiezen voor een toegangsweg waarbij hij geen spieren moet losmaken. In dat geval verloopt de revalidatie in de eerste weken vlotter. Bij deze techniek maakt de arts een insnede van 8 tot 10 centimeter aan de buitenzijde van het bovenbeen.

De beschadigde heupkop wordt verwijderd en de heupkom wordt geleidelijk vergroot tot de afmetingen van de prothese. De chirurg plaatst de nieuwe heupkom in de holte en zet ze vast. Het dijbeen word klaargemaakt om de steel van de prothese in te brengen. Op de steel wordt een kop vastgemaakt die in de nieuwe heupkom past. De chirurg kan ervoor kiezen om bij het uitvoeren van de ingreep gebruik te maken van een robot. 1 of meerdere onderdelen worden dan geplaatst volgens de principes van gegidste navigatie. Voor de definitieve onderdelen te plaatsen, wordt er getest met proefcomponenten om de best passende maat voor het gewricht te vinden.

De operatie duurt ongeveer één uur.

Na de operatie word je naar de ontwaakzaal gebracht, waar een verpleegkundige en een anesthesist nog in de buurt blijven om te kijken of alles normaal verloopt. Na 4 tot 5 uur ben je terug op je kamer op de verpleegafdeling.

Na de ingreep

Alle katheters of buisjes die in je lichaam zijn ingebracht, mogen weggehaald. En een kinesist helpt je al bij je eerste stappen met krukken of een looprekje. Je pijn wordt ook goed opgevolgd.

Vanaf de tweede dag mag je onder begeleiding van een kinesist en ergotherapeut al gaan oefenen in een revalidatiezaal.

Vanaf de derde dag stap je al met krukken de trap of en af en krijg je alle uitleg over hoe je de dagelijkse activiteiten best uitvoert.

Na 3 tot 4 dagen mag je terug naar huis. Hoe lang je in het ziekenhuis blijft hangt ook af van de genezing van de wonde en je algemeen herstel.

Risico’s en bijwerkingen

Doorgaans verloopt het plaatsen van een heupprothese zeer vlot. Maar zoals bij alle operaties is er ook bij een heupoperatie risico op een complicatie.

  • Bij een infectie van de wonde of van het dieperliggende materiaal is een behandeling met antibiotica aangewezen. Vaak is door de infectie ook een nieuwe operatie nodig, wat het resultaat van de eerste ingreep niet ten goede komt.

  • Een oppervlakkige tromboflebitis is een ontsteking van de oppervlakkige aderen. Deze gaat normaal vanzelf over, meestal wordt geen behandeling opgestart.

  • Trombose is een bloedklonter in de diepe aderen van het been. Na een operatie is er steeds een verhoogd risico hierop. Om dit risico te beperken, krijg je antitrombosekousen en medicatie via pilletjes of spuitjes.

  • Zenuwletsels zijn mogelijk. Vaak zijn die tijdelijk en genezen ze vanzelf.

  • Een heupprothese kan uit de kom raken, een zeldzame complicatie bij het plaatsen van een eerste heupprothese. Is dit de eerste keer, dan wordt de prothese via een korte verdoving terug op zijn plaats gebracht. Als het meermaals voorkomt, is er vaak een onderliggende reden en moet je opnieuw geopereerd worden.

  • Een klein beenlengteverschil is soms onvermijdelijk na een heupprothese. Als je hiervan hinder ondervindt, kan dit verholpen worden met een steunzool of een andere ophoging.

Om nabloedingen tegen te gaan wordt na een operatie soms een drain in het operatiegebied achtergelaten. Dat gebeurt zeer zelden. Deze wordt voor je vertrek uit het ziekenhuis verwijderd. Een nabloeding stopt vaak spontaan. Als je te veel bloed hebt verloren, krijg je een bloedtransfusie. Dit kan de revalidatie in de beginfase wel vertragen.

Alarmsignalen

Raadpleeg steeds een arts bij koorts, toenemende zwelling, warmte of toenemende pijn, roodheid, een lopende wonde, functionele problemen of als je plots kortademig wordt.

Nazorg

Als je weer thuis bent, volgt je huisarts het gebruik van bloedverdunnende middelen verder op. Thuis krijg je ook verdere begeleiding van een kinesitherapeut. Je beweeglijkheid wordt stap voor stap opgebouwd, en het gebruik van krukken wordt afgebouwd. Als je dat wil, kan je dagelijks langskomen voor revalidatie in ons ziekenhuis.

De thuisverpleegkundige komt aan huis voor verdere opvolging van de wonde en het toedienen van de bloedverdunnende medicatie, tot 30 dagen na je vertrek uit het ziekenhuis.

De wonde moet 14 dagen droog worden gehouden en verzorgd. Er wordt gebruik gemaakt van een verband dat 14 dagen ter plaatse mag blijven tenzij de wonde nog te veel nabloedt. Dit kan je thuisverpleegkundige of huisarts opvolgen.

Ongeveer twee weken na de operatie mag de huisarts of de thuisverpleegkundige de hechtingen weghalen. Het is mogelijk dat de wondnaad rood ziet en de wonde kan ook warm aanvoelen. Hierover hoef je je geen zorgen te maken. 6 weken na de operatie ga je naar je orthopedisch chirurg voor een controle.

Beweging

Bewegen is heel belangrijk voor een goed herstel. Het biedt ook een betere bescherming tegen complicaties. Hoe meer je thuis oefent, hoe sneller je weer aan kracht en beweeglijkheid wint. Je moet wel rustpauzes inbouwen. Deze rustpauzes zijn even belangrijk als het bewegen. Forceer jezelf niet. Op deze manier zal je het snelst revalideren.

De eerste maanden moet je wel opletten met bepaalde houdingen.

  • Kruis de benen niet.

  • Buig niet voorover naar de voeten toe als je op een stoel zit

  • Buig niet zijwaarts voorover vanuit zit

  • Draai stapsgewijs bij het stappen, best niet op het geopereerde been. Til altijd je voeten op bij het draaien.

Fietsen mag zodra je je heup weer voldoende kunt buigen. Andere sporten en hobby’s mogen ook, je moet alleen opletten dat je je heup niet te veel belast. Bespreek met je chirurg, je huisarts of je kinesitherapeut wat je wel en niet mag doen.

Met de wagen rijden, mag weer, zodra je in staat bent om een noodstop uit te voeren. Dit is meestal op het ogenblik dat je je zonder loophulpmiddel kan stappen.

Kostprijs

Bekijk hier de raming voor een totale heupprothese.

Alle kosten voor je verblijf en verzorging komen op de ziekenhuisfactuur. Heb je vragen over de ziekenhuisfactuur, of wil je een inschatting van de kostprijs? Dit kan je altijd opvragen aan de dienst facturatie via factuur@azdelta.be of per telefoon 051 23 76 66.

Laatst aangepast: 10 juli 2024