De chirurgische robot helpt de chirurg bij het bepalen van de beste positie voor de prothese ten opzichte van de patiënt. Het gebruik van de robot beperkt ook weefselbeschadiging, wat pijn vermindert en het herstel versnelt.

Er zijn verschillende soorten knieprothesen:

  • totale knieprothese

  • halve knieprothese

  • knieschijf prothese

De verwachte langetermijnresultaten zijn erg goed: de meeste patiënten kunnen hun knieprothese de rest van hun leven houden.

U kunt verwachten dat uw pijn als gevolg van artrose verdwijnt of op zijn minst aanzienlijk vermindert dankzij het plaatsen van een knieprothese. De beweeglijkheid van uw gewricht zal min of meer hetzelfde blijven als voor de operatie. De flexibiliteit van uw knie na de operatie hangt grotendeels af van de intensiteit en kwaliteit van de lichaamsbeweging die u daarna doet.

Verloop

Als je op de raadpleging met je orthopedisch chirurg hebt besloten dat je een knieprothese nodig hebt, dan spreek je meteen een datum af met je arts.

Voorbereiding

Je orthopedist zal je informatie geven over infomomenten in het ziekenhuis over knieprotheses waar je uitleg krijgt van een orthopedist, een anesthesist, verpleegkundige, kinesitherapeut…. De kinesitherapeut leert je vooraf al lopen met krukken.

  • Vóór de ingreep meld je je ook aan in de kiosk in het onthaal met je identiteitskaart. Je krijgt een ticketje met een barcode en de wegbeschrijving naar het Zorgcontact.

  • In Rumbeke vind je het Zorgcontact op de eerste verdieping rechtover de liften. Aan de ingang van het Zorgcontact staat ook een kiosk en daar scan je je barcode op het ticketje dat je in het onthaal kreeg. Je krijgt dan een wachtnummer en ziet op een infoscherm wanneer het jouw beurt is. De medewerkers helpen je bij alle voorbereiding voor de ingreep. Voor de campussen Brugsesteenweg, Torhout en Menen mag je je gewoon aanmelden bij het onthaal.

  • Je kiest er een eenpersoons- of tweepersoonskamer.

  • Je vult de documenten in voor de vereiste toestemming voor de ingreep.

  • Eventueel moet je nog eens langs bij de huisarts die ook nog informatie over je algemene gezondheidstoestand kan aanvullen in je medisch dossier.

Als je bloedverdunnende medicatie inneemt, legt de huisarts je uit wanneer je deze moet stopzetten voor de operatie.

De dag van de ingreep

De dag van de ingreep, meld je je op de tijd doorgegeven door het secretariaat orthopedie aan bij het onthaal van de campus. Vergeet niet je krukken mee te nemen. En ook de geneesmiddelen die je normaal gebruikt in hun oorspronkelijke verpakking samen met het medicatieschema. Je gaat naar de kiosk aan het onthaal, waar je je identiteitskaart in het toestel stopt en op de vragen antwoordt. Je krijgt een ticketje met een wegbeschrijving naar de afdeling, waar je opgenomen wordt.

Als je operatie ’s morgens ingepland is, mag je vanaf 6 uur voor de ingreep niets meer gegeten of gedronken hebben. Je mag tot 2 uur voor de ingreep nog een glas water (200 ml) of appelsap drinken.

De verpleegkundige geeft je een operatieschortje om aan te trekken. Ze geeft je de nodige uitleg en een logistiek medewerker brengt je in een bed naar de operatiezaal.

Ingreep zelf

Een knieprothese wordt geplaatst onder volledige verdoving. Daarom is er een anesthesist aanwezig. Hij geeft je een prikje om een infuus in te brengen en dan start de arts de verdoving op. Je kan ook kiezen voor verdoving met een ruggenprik zodat enkel de onderste ledematen verdoofd worden.

Volledige knieprothese

De volledige of totale knieprothese is de meest geplaatste knieprothese. Zeker als de volledige knie versleten is. Bij de operatie wordt het beschadigde kraakbeen verwijderd en vervangen door een nieuwe metalen bekleding. De knieprothese wordt met een soort botlijm of cement op het dijbeen en scheenbeen vastgezet. Tussen de 2 metalen onderdelen komt een kunststofelement uit zeer hard en slijtvast materiaal.

De spieren worden hierbij zo veel mogelijk gespaard. Daardoor verloopt de revalidatie na de operatie sneller. Door het plaatsen van de knieprothese verdwijnt de pijn en verbetert de beweeglijkheid van de knie.

Halve knieprothese

De halve knieprothese wordt geplaatst als er maar een deel van de knie versleten is; alleen de binnen- of de buitenzijde. Het voordeel is dat een groot deel van de eigen knie en ook de kruisbanden, behouden kunnen blijven. Dit zorgt voor een sneller herstel. En de knie voelt stabiel en natuurlijk aan. Een halve knieprothese gaat minstens even lang mee als een totale knieprothese.

Knieschijfprothese

De knieschijfprothese is een soort halve knieprothese voor mensen met enkel slijtage aan de knieschijf. Net zoals bij de halve knieprothese kan een groot deel van de eigen knie en ook de kruisbanden behouden blijven. En dat is een groot voordeel.

Tweede ingreep knieprothese

Soms geraakt een eerder geplaatste knieprothese versleten of raakt ze los. Dan onderzoekt de chirurg eerst wat de oorzaak is van het probleem. Daarvoor doet hij een aantal onderzoeken. De prothese moet dan helemaal of gedeeltelijk verwijderd worden en vervangen door een nieuwe prothese. Zo’n operatie is meestal een zwaardere ingreep dan een eerste keer en daardoor is er ook een langere herstelperiode nodig.

De operatie duurt één tot twee uur.

Na de operatie word je naar de ontwaakzaal gebracht, waar een verpleegkundige en een anesthesist nog in de buurt blijven om te kijken of alles normaal verloopt. Na 4 tot 5 uur ben je terug op je kamer op de verpleegafdeling.

Na de operatie blijf je nog 4 of 5 dagen in het ziekenhuis.

Risico’s en bijwerkingen

We doen er alles aan om complicaties te vermijden en in de meeste gevallen verloopt een operatie zonder problemen. Toch is geen enkele operatie volledig vrij van risico’s. Het kan gaan om:

  • infecties
    Om infecties te voorkomen krijg je antibiotica

  • trombose, eventueel longembolie
    Hiervoor krijg je een antistollingsgeneesmiddel vooraf.

  • Het is goed om veel pompoefeningen te doen voor de kuit. Hoe dat moet, leer je van een kinesist.

  • zenuwletsel
    Een zenuwletsel met een verlamming als gevolg, is heel zeldzaam. Meestal is er een gedeeltelijk of zelfs volledig herstel

  • beperkte beweeglijkheid
    Daarom is het belangrijk je knie de eerste 10 dagen meer dan 90 graden te plooien

Alarmsignalen

Verwittig je chirurg bij een van de volgende symptomen:

  • toenemende pijn in het operatiegebied samen met vochtafscheiding

  • roodheid of koorts

  • wanneer bewegen van de knie steeds moeilijker en pijnlijker wordt

  • kortademigheid of pijn in de borststreek

  • zwelling van het been met pijn, stramheid van de tenen en klamheid

Nazorg

Je huisarts houdt het gebruik van bloedverdunnende middelen onder controle wanneer je weer thuis bent.

De wonde moet 3 weken droog worden gehouden en verzorgd. Er wordt gebruik gemaakt van een verband dat ter plaatse mag blijven tenzij er wondvocht onder de randen van de pleister zit, dan moet deze vervangen worden. Dit kan je thuisverpleegkundige of huisarts opvolgen.

Met dit verband mag je na 1 week douchen, maar niet te lang om verweking van de wonde te voorkomen. Na het douchen moet je het verband droogdeppen en controleren of er geen water in gekomen is.

Thuis krijg je verdere begeleiding door een kinesitherapeut tot zes weken na je vertrek uit het ziekenhuis. Je beweeglijkheid wordt stap voor stap opgebouwd en het gebruik van krukken wordt afgebouwd. Als je dat wil, kan je dagelijks naar de dienst revalidatie van ons ziekenhuis komen. De thuisverpleegkundige komt aan huis gedurende deze periode van verdere opvolging. Drie weken na de operatie worden de lusjes van de hechtingen afgeknipt door je huisarts of thuisverpleegkundige. Het is mogelijk dat de wonde rood ziet en warm aanvoelt. Hierover hoef je je niet ongerust te maken. Zes weken na de operatie kom je op controle bij je orthopedisch chirurg.

Rust regelmatig. Zeker de eerste week na de operatie is dit van groot belang. Beweeg geregeld met je voeten en tenen. Hoe meer je thuis oefent, hoe sneller je vooruitgang boekt in beweeglijkheid en kracht. Zorg ervoor dat het geopereerde been zo veel mogelijk hoger ligt dan de rest van je lichaam, je kunt daarvoor onder andere het voeteneinde van je bed verhogen. Zo voorkom je zwelling. Als je knie meer gaat zwellen tijdens de revalidatie of tijdens dagelijkse activiteiten, is dat een teken dat je je knie te fel belast. Je doet het dan best iets rustiger aan.

Douchen mag, maar niet te lang om verweking van de wonde te voorkomen. Na het douchen moet je de wonde droogdeppen.

Na de revalidatie moet de knie vlot kunnen plooien. Ook het volledig strekken van de knie is heel belangrijk. In beweging blijven is een must: wandelen, fietsen, zwemmen en fitness blijven mogelijk. Wanneer je goed geoefend hebt, mag je na verloop van tijd ook in beperkte mate ook tennissen en golfen. Langdurige schokbelastingen zoals bij lopen en springen en bewegingen die met extreme buiging van de knie gepaard gaan, moet je vermijden. Sporten zoals voetbal, basketbal en gevechtssporten zijn ook niet aan te raden.

Kostprijs

Bekijk hier de raming voor een totale knieprothese.

Alle kosten voor je verblijf en verzorging komen op de ziekenhuisfactuur. Heb je vragen over de ziekenhuisfactuur, of wil je vooraf een inschatting van de kostprijs? Dit kan je altijd opvragen aan de dienst facturatie via factuur@azdelta.be of per telefoon 051 23 76 66.

Laatst aangepast: 10 juli 2024