Meten van pijn
Er zijn verschillende manieren om te weten hoeveel pijn je kind heeft.
Kinderen onder de 4 jaar
Kinderen die jonger zijn dan 4 kunnen moeilijk zelf aangeven hoe erg hun pijn is. Daarom gaan we bij hen af op hun gedrag en hun lichaamshouding. Kinderen laten vaak zien dat ze pijn hebben door te huilen, een pijnlijk gezichtje te trekken of door te wrijven en te duwen waar het pijn doet.
Op basis van 7 gedragskenmerken van het kind bepaalt de verpleegkundige de pijnscore (POKIS of Pijn Observatie Schaal voor jonge Kinderen).
Kinderen van 4 tot 8
De beste manier om pijn te meten is aan het kind zelf te vragen hoeveel pijn het heeft. Toch kan een kind niet even goed pijn omschrijven als een volwassene. Daarom maken we gebruik van kindvriendelijke pijnschalen. Hierop kan het kind aanduiden hoeveel pijn het heeft.
We laten het kind 5 gezichtjes zien. De 1ste in de rij heeft een lachend gezichtje en komt overeen met geen pijn. De laatste heeft een zeer verdrietig gezichtje en komt overeen met heel erge pijn. We vragen aan de kinderen om het gezichtje aan te duiden dat het beste past bij hun gevoel op dat ogenblik.
Kinderen ouder dan 8
Voor kinderen boven de 8 jaar gebruiken we de VAS-schaal (Visueel Analoge Schaal):
Dit is een meetlatje met een verstelbaar schuiflatje over 1 lijn. Daarop kan het kind aangeven hoeveel pijn het heeft. De linkerkant van het latje betekent ‘geen pijn’ en de rechterkant ‘de ergste pijn’. Aan de achterkant van het latje kan de verpleegkundige dan een getal aflezen van 0 tot 10 dat overeenkomt met de pijn die het kind voelt.
Behandelen van pijn
Via medicatie
Na de ingreep geeft de verpleegkundige op basis van een pijnmeting de nodige pijnstillers. Indien nodig wordt de behandeling aangepast volgens het voorschrift van de arts. Uiteraard hoef je niet te wachten totdat de verpleegkundige aan bed komt voor de pijnmeting. Als je kind te veel pijn heeft, laat dit dan meteen weten aan een verpleegkundige.
Psychologische methodes
Je eigen aanwezigheid verzacht al deels de pijn van een kind. Dit geeft het kind troost en een veiliger gevoel. Doordat je je kind afleidt, is zijn pijn en angst draaglijker. Bij jongere kinderen helpt het vaak om:
voor te lezen
te spelen
naar televisie te kijken
Grotere kinderen vinden dan weer afleiding in:
lezen
muziek
computerspelletjes.
Daarom laten wij altijd 1 van beide ouders toe tot bij de anesthesie in de operatiezaal en nadien in de ontwaakzaal.