De dienst infectieziekten behandelt ernstige of moeilijk te behandelen infecties, zeldzame ziekten en schijnbaar onverklaarde klachten zoals koorts.

Infectieziekten

Daarnaast worden patiënten met een complexe infectie er behandeld, zoals

  • een infectie van een heup- of knieprothese

  • de ziekte van Lyme

  • een ontsteking van het hart en de hartkleppen

  • een huidinfectie.

Een infectieziekte ontstaat doordat ziekmakende micro-organismen het lichaam binnendringen. Deze microben zijn piepkleine levende deeltjes die zich vermenigvuldigen zoals bacteriën en schimmels. Verder kunnen ook virussen en parasieten tot ziekte leiden.

Je kan een infectieziekte oplopen door contact met een besmet persoon, via besmet voedsel of water, of via dieren.

Bepaalde infectieziekten komen vaak voor, ook bij gezonde mensen, zoals een verkoudheid, een urineweginfectie en griep. COVID-19 (corona) is een virale luchtweginfectie.

Andere infectieziekten zijn eerder zeldzaam en houden bijvoorbeeld verband met een verzwakt immuunsysteem of de aanwezigheid van prothesemateriaal in het lichaam (bijvoorbeeld knie- of heupprothesen, hartklep…).

Infectieziekten worden meestal snel door ons immuunsysteem overwonnen. Van sommige infectieziekten kunnen mensen ernstig ziek worden en dan is een specifieke, soms complexe behandeling nodig.

Zeldzame ziekten

Bepaalde aandoeningen zijn zo zeldzaam dat het soms lang duurt voor een juiste diagnose kan worden gesteld en een passende behandeling kan worden opgesteld. Veel maar niet alle zeldzame ziekten zijn erfelijk. Zeldzame ziekten zijn vaak ernstig en kunnen verschillende organen aantasten.

Voor het opsporen van zeldzame ziekten werkt de dienst samen met het centrum voor medische genetica van het UZ Gent.

Verantwoord gebruik antibiotica

De dienst infectieziekten geeft advies rond het verantwoord gebruik van geneesmiddelen die micro-organismen doden of voorkomen dat ze groeien. De dienst werkt daarvoor samen met de diensten medische microbiologie, infectiepreventie en klinische farmacie.

Het gaat om:

  • antibiotica (tegen bacteriën)

  • middelen tegen virussen (antivirale middelen)

  • middelen tegen schimmels (antimycotica)

  • middelen tegen parasieten (antiparasitaire middelen)

Overmatig en onaangepast gebruik van deze geneesmiddelen zorgt ervoor dat micro-organismen weerstand opbouwen tegen die middelen (resistent worden) en dan niet meer gevoelig zijn voor de middelen. Hierdoor ontstaan schadelijke bacteriën en schimmels en terugkerende ziekten die heel moeilijk te behandelen zijn.

Het is dus belangrijk dat deze middelen op een verantwoorde manier gebruikt en voorgeschreven worden.

Contact secretariaat

051 23 76 85

secr.infectieziekten@azdelta.be

Laatst aangepast: 26 juni 2024